woensdag 5 juli 2017

Dag 24: fiets- en sampantocht bij Tam Coc (Ninh Binh)


Van Bich Dong Pagoda fietsten we door het vlakke land tussen de karstbergen. Net als bij Hoi An vonden we het fietsen ook hier een ontspannen en leuke manier om iets meer te zien van het landschap, waarvan overigens iedere meter in cultuur gebracht is en benut wordt, en hoe de mensen wonen en werken. Door de aanwezigheid van de rotsen worden hier veel geiten gehouden. Ze lopen gemakkelijk tegen de klippen op.
Opnieuw genoten we van het frisse groen van de rijstvelden en kleurige bloemen en struiken.



grafmonumenten in de rijstvelden






Een bezoek zowel aan de Ninh Binh regio als ook aan Halong Bay wordt door reisorganisatoren niet direct vanzelfsprekend gevonden, omdat het landschap in beide gevallen wordt bepaald door het steil oprijzende karstgebergte. Het wordt als enigszins dubbelop ervaren: in het ene geval op het land, in het andere geval vanaf het water. Het was onze eigen wens geweest om beide te beleven en Ninh Binh lag met een aanvaardbare omweg op de route van Mai Chau naar Halong Bay. Geen moment spijt van gehad: wij hebben genoten van deze dag en deze fantastische omgeving. We hebben het ook heel anders beleefd dan later in Halong Bay.

Op het programma stond een sampantocht door de rijstvelden tussen het hoge karstgebergte. De talloze foto's op het internet tonen zonder uitzondering beelden van een fantastisch landschap, maar ook van file-varen. Daar had ik me dus op voorbereid, zelfs op de terugtocht per ossenkar die in het reisprogramma vermeld stond. Tot mijn verrassing bracht P. ons echter niet naar de hoofdweg, maar naar een botenkade,  waar rust de boventoon voerde. Een vriendelijke bootsman ontving ons in zijn boot.


De Thung Nham Boatride wordt nog niet zo overstelpt door toeristen en voert over stille wateren, niet door rijstvelden en spectaculair hoge karstrotsen, maar door een nog vrijwel onaangetast natuurlijk landschap. Varenbossen, prachtige bomen, dikke rietkragen die doorbogen onder zware pluimen, het gebergte met dicht beboste hellingen en op onze weg drie mooie grotten. En af en toe een ander bootje dat op de terugweg was. Een enkel huis en een paar koeien. Prachtige beesten trouwens, die erop gebouwd lijken om een juk te dragen; en dan die lange, hangende oren..... Koereigers waren ook weer van de partij.





De eerste grot was niet zo groot en had smalle doorgangen, waar de schipper goed moest sturen, omdat alleen het midden hoog genoeg was om doorheen te varen.



Voor de volgende twee grotere grotten hadden we zaklampen gekregen. De schipper sprak geen Engels maar wees steeds interessante punten aan. Zo had de natuur een op Boeddha gelijkend beeld gevormd. Een altaartje met wierookstokjes hoort daarbij. Mooie tinten van grijs naar okerrood, soms wit (vooral in het licht van onze lampen) waar de aangroei nog vers en gaande is.
Op twee plaatsen hingen vleermuizen aan het plafond, een kleine soort, onvermijdelijk gestoord door ons felle lantaarnschijnsel.





Na de derde grot draaiden we om en keerden terug. Met het vorderen van de dag kwamen we ook wat meer bootjes tegen, maar wat overheerste was de intense rust en het zachte plenzen van de roeispanen.






P. legde uit dat dit zwaar werk is dat mensen in familieverband doen, ze wisselen elkaar af. Soms hebben ze maar één tocht per dag. Dus een fooi wordt in dank aanvaard. Wij stapten weer op de fiets en fietsten op ons dooie gemak terug. 






Chez Joan fietsten we evenwel voorbij, want eerst schoven we aan voor een lunch in een gloednieuw en flink uit de kluiten gewassen restaurant in het dorp. Op een mooi binnenterras lieten we ons de hapjes goed smaken. O.a. een spiesje met geitenvlees; hoe kan het ook anders met al die geiten hier?!


Aan de overkant van de weg bij ons hotel lag, omgeven door water en rijstvelden een dorpje, waar we samen later in de middag nog even naartoe gefietst zijn.  Het was een nogal compact gebouwd dorp met min of meer aaneen gebouwde woningen van soorten bakstenen en/of beton, rechtstreeks aan betonnen straatjes. Wel was er bij de meeste huizen een omheinde tuin met fruitbomen en een kippenren of varkenskot.










En zo worden die huizen gebouwd. Op eigen kracht, puur handwerk. En ze waren er trots op!


Voorwaarts en rechtsaf liep het dorp dood in de rijstvelden en dus maakten we rechtsomkeert terug.


Tegen het schemer reden we nog een keer een stukje langs de groene rijstvelden en de bergen die zich in hun avondwaas hulden. Een last goodbye, want morgen zouden we aan ons laatste reistraject beginnen naar Halong Bay. Ook karstgebergte, maar dan toch weer een beetje anders....



                                                                                  naar Halong Bay  >>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze kennismaking met Vietnam