woensdag 12 juli 2017

Dag 19: ochtendwandeling in de omgeving van Sapa


Bij aankomst in Lao Cai was het nog donker (het zal een uur of 6 geweest zijn) en het regende. We werden opgewacht door een chauffeur voor de transfer naar Sapa. In het vroege ochtendgloren kwamen we in een grauwsluier van regen en lage wolken in Sapa aan, waar we in het Elegance Hotel vriendelijk werden ontvangen. De kamer zou pas in de middag beschikbaar zijn, maar met een warm kopje koffie konden we op onze gids wachten, die al spoedig kwam.

Voor dit soort excursies worden altijd plaatselijke gidsen ingeschakeld, in dit geval een Hmong vrouw. In Sapa en omgeving wonen met name Hmong en Red Dao (uitspraak Dzao). Ze maken deel uit van dezelfde taalgroep. Beide bevolkingsgroepen kennen weer verschillende subgroepen. De namen van deze subgroepen zijn dikwijls gelieerd aan de kleur van hun kleding (vrouwen), zoals de Rode Dao, die grote rode hoofdtooien dragen. De Bloemen-Hmong dragen kleurige gestreepte rokken, de Zwarte Hmong  dragen zwarte jakjes en (pof)broeken, vaak met kleurig borduurwerk. Beenwindsels, hoofddoeken en tassen zagen we in een bonte mengeling van kleuren, die een vrolijk accent gaven aan de klederdracht en ook aan de somber getinte dag.
Er stond een eenvoudige hike op het programma en we besloten met de gids tot een wandeling over verharde wegen, omdat wij het niet zagen zitten om op de berghellingen door de modder te gaan klotsen. Terwijl wij van een ontbijtje genoten, vertrok zij om het een en ander regelen en rond half 9 gingen we op pad. We hoefden niet meteen de regen te trotseren, een busje bracht ons tot het eerste dorp! Daar moesten we eerst een soort toegang betalen. Aan de buitenkant van het dorp werden we afgezet en konden we aan een afdaling beginnen. Nou, dat was een gemakkelijk start!


In de bergen in het noorden zijn de klimatologische omstandigheden heel anders dan in het midden en zuiden van Vietnam. De temperaturen kunnen hier in de winter (is ook onze winter) dalen tot het nulpunt en het kan ook sneeuwen. Daardoor kan er maar één keer per jaar rijst geoogst worden. Het inzaaien vindt ongeveer eind april plaats. Van juni t/m september zijn de rijstvelden in de noordelijke bergen het mooist, wanneer de rijst rijpt en geel kleurt. We wisten van tevoren dat we dat niet zouden meemaken, maar de regen was eerlijk gezegd wel een tegenvaller. Aan de andere kant moet je van alles het beste maken en de zware wolken die tussen de bergen tot in de vallei raakten, brachten hun eigen schoonheid met zich mee.

In en ook eenmaal buiten het dorp fladderden verschillende Hmong dames om ons heen en wilden wel een eindje mee oplopen. Iedereen is erop uit om een graantje mee te pikken van de toeristen. Na verloop van tijd bleven we met zijn vijven, pardon zessen! over: onze gids, een oudere vrouw en een jonge vrouw met een baby op de rug hebben ons tot ons eindpunt begeleid. De andere dames haakten af, maar wilden evenzo vriendelijk best op de foto.








Onze gids en onze metgezellen liepen vrolijk keuvelend voor ons uit. Soms hielden ze ergens stil voor een korte toelichting.






Red Dao vrouwen belagen (vriendelijk) een groepje toeristen. Doordat wij al voorzien waren van gezelschap, was hun aandacht voor ons van korte duur.


Kledingstukken, doeken en dekens, wandversieringen, tassen en tasjes, alles wordt hier zelf geweven en genaaid. Ook het (blauwe) indigo, waarmee veel stoffen geverfd worden, zijn een fenomeen van deze streek.


Overal graasden buffels in de rijstvelden. Als de rijst eenmaal gezaaid is, is daarvan geen sprake meer.


Een bouwplaats. Her en der vindt nieuwbouw plaats.




 

 

We staken de brug over de rivier over. Aan de overkant was een dorpje met enige restaurants. Een visvijver aan de rivierzijde van het restaurant garandeert de versheid van het product. Wij liepen door.





 



Deze doeken zijn geen kleding, maar dienen als wandversiering in huis.

 



 


Een basisschool. Veel kinderen komen van ver uit de bergen en kunnen niet op en neer lopen. Zij blijven gedurende de schooldagen op school en krijgen een warme maaltijd. Ouders moeten daarvoor wel rijst meegeven.
Heel veel van de berghellingen zijn in cultuur gebracht voor landbouw en vooral rijstteelt. Vroeger bebouwden mensen hun velden voor een seizoen en trokken dan weer verder om een stuk bos te kappen en nieuwe rijstvelden aan te leggen. Dat mag niet meer. De oogst is vaak nauwelijks voldoende voor eigen gebruik, laat staan dat er nog iets voor verkoop overblijft. De armoede onder de bergbevolking is dan ook groot. Het is niet gek dat toeristen welkom zijn als een belangrijke bron van (neven)inkomsten.

 
 



Machohaan. Onze gezelschapsdames konden er wel om lachen.

 


 




Aardige dames onderweg en een paar jonge mensen die met hun eigen bouwproject bezig waren. Zo gaat dat dan blijkbaar. Iets grootschaliger leek de houtzagerij, waar het dit keer de vrouwen waren die toekeken hoe de mannen aan het werk waren.
Home...

Er zijn er hier vele.
Een vlinder schuilde bij de homestay voor de regen. Misschien wel het enige dier dat aan consumptie ontsnapt.




De school was zojuist uitgegaan. Deze drie kleurige meisjes woonden blijkbaar niet zo ver weg. De voorste mevrouw sjouwt een behoorlijk groot kind op haar rug mee de berg op.


De buffels konden nog heerlijk hun gang gaan. Bij de oogst van de rijst zijn ze onmisbaar op deze berghellingen.


Grafheuvels. Zoals deze aarden heuvels hebben we nog niet eerder graven gezien.


Op een bepaalde plaats onderweg werden langs de weg een aantal grote woningen met uitzicht op het dal gebouwd. Dit worden vakantiewoningen voor rijke inwoners uit Hanoi. Of dit een vorm van toerisme is die de bergbevolking veel zal opleveren is maar de vraag.


Wij kwamen aan bij het eindpunt van onze wandeling: een homestay waar we een lunch zouden krijgen voordat we de terugweg zouden aanvaarden. De huizen zijn hier gelijkvloers gebouwd in tegenstelling tot de huizen van de Thai, die we in het noordwesten zouden zien.
Onze gastvrouw had een keur aan heerlijke hapjes voor ons klaargemaakt die we ons goed lieten smaken.

Onze oudste metgezellin wilde nog wel op de foto voor we afscheid van haar namen. En ze lachte vriendelijk haar mooie gouden tanden bloot. Gouden tanden behoren tot de schoonheidsidealen. Dat geldt ook en misschien nog wel meer voor zwarte (zwart gemaakte) tanden bij de zwarte Hmong. Maar dat verschijnsel zijn wij niet tegengekomen. Gelukkig hadden we in de winkels onderweg niets gekocht, want het was natuurlijk wel de bedoeling dat we bij de twee vrouwen, die ons en onze gids zo vriendelijk hadden begeleid, iets zouden kopen. Van ieder een tasje en wat polsbandjes meegenomen. Het zijn van die dingen die niet veel plaats innemen in de bagage en aardige presentjes voor thuis kunnen zijn.

 
Kattensnorren en orchideeën dropen van de regen. Maar die was inmiddels wel gestopt, zodat we droog de terugweg naar Sapa konden aanvaarden.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Onze kennismaking met Vietnam